Corona 2020

In maart 2020 brak de Corona pandemie uit. Het Denksportcentrum moest voor het eerst in haar geschiedenis noodgedwongen worden gesloten. De maatschappij is behoorlijk ontwricht. Na een lichte opleving in de zomer is in september het nieuwe seizoen mondjesmaat weer opgestart. Extra maatregelen zijn getroffen m.b.t. hygiëne, looproutes en een beperkte meubilair opstelling in de zalen. Toch durfden velen de ontmoeting in de binnenruimten nog niet aan en wachten met angst op de tweede golf.

Door het grote aantal besmettingen heeft het kabinet medio oktober moeten besluiten de Corona maatregelen drastisch te verscherpen, waar door het Denksportcentrum wederom haar deuren heeft moeten sluiten.

Corona 2021

Het nieuwe seizoen is voorzichtig van start gegaan met een meldingsplicht en een gezondheidsverklaring. Ook de zaalcapaciteit moest aan de vigerende regelgeving worden aangepast. Op 25 september heeft het kabinet de 1,5m afstand losgelaten en kon er weer onder  'normale' omstandigheden worden gespeeld. Wel is een Coronatoegangscheck nodig voor het horeca gedeelte.

Het gebouw

In opdracht van de Gereformeerde gemeenschap heeft het architectenbureau Van Wijk en Broos de Groen van Prinstererschool in de stijl van de Amsterdamse school ontworpen en in 1932 gerealiseerd. In 1980 is het gebouw door de gemeente Groningen in bruikleen gegeven aan de Stichting Denksportcentrum Groningen.

Het gebouw is inmiddels een gemeentelijk monument en heeft in 1995 een interne verbouwing ondergaan om het gebouw meer geschikt te maken voor de beoefening van denksporten.

De Amsterdamse School.

In de jaren '10 en '20 van de twintigste eeuw werd in Amsterdam, maar ook in andere delen van Nederland, veel gebouwd in een expressieve baksteenarchitectuur die bekend staat als 'Amsterdamse School'. De stijl kent een sculpturale vormentaal en rijk kleurgebruik. 

De voornaamste architecten van de Amsterdamse School waren Jo van der Mey, Piet Kramer en Michel de Klerk. Zij hadden alle drie bij architect Eduard Cuypers gewerkt en richtten in 1910 hun eigen bureau op. Tussen 1912 en 1916 ontwierpen zij het Scheepvaarthuis in Amsterdam. De door scheepvaart geïnspireerde gevelversieringen en maritieme motieven waren zeer fantasierijk. Ornamenten en beeldhouwkunst droegen bij aan het idee dat een gebouw een geheel moest vormen, niet alleen in stijl en constructie, maar ook in de decoratie. Het Scheepvaarthuis is het eerste en wellicht het beste voorbeeld van een dergelijk Gesamtkunstwerk van de Amsterdamse School.

                                                               

In Groningen was in die tijd vooral Siebe Bouma als ontwerper actief. Hij verkeerde in een vergelijkbare positie als Dudok in Hilversum.Archtectonisch het meest interessant is de reeks van zes lagere schoolgebouwen, die hij tussen 1925 en 1932 realiseerde. In de reeks ontwerpen die Bouma maakt ontwikkelt zijn architectuur zich gaande weg van de lokale variant van de Amsterdamse School tot een aan de door Bouma bewonderde Dudok ontleende kubisch-geometrische vormgeving. Kenmerkend daarvan is de entree van de scholen, die bevindt zich links van en rechts van de halfronde centrale uitbouw waarin de gezamenlijke gymzaal is onder gebracht.

Het gesloten metselwerk van dit bouwdeel wordt bekroond met een grote stalen glaspui. Daarnaast is de grote schoorsteentoren opvallend. Het ‘modernere zusje’ van het Denksportcentrum is de voormalige Van Houtenschool, nu Boumaschool, ook aan de Oliemuldersweg. Zij is het meest opvallend in zijn vormgeving en toont de definitieve overgang naar een expressief kubische architectuur.

 

De erfenis van Driek van Wissen

Onze stadgenoot en dichter des vaderland, Driek van Wissen, overleden in 2010, was tevens een vervent bridger en schaker. Hij heeft honderden bridge- en schaakboeken verzameld, die door zijn levenspartner, mevrouw Corien Bleker, aan het Densportcentrum Groningen beschikbaar zijn gesteld. De feestelijke overdracht hiervan vond plaats op 16 september 2012 door wethouder Frank de Vries(Ruimtelijke ordening en Sport) van de beginnende en de al wat gevorderde denksporters een stapje verder te brengen met behulp van deze bibliotheek wordt door het Denksportcentrum zeer op prijs gesteld.

In zijn toespraak citeerde hij Driek op een ietwat aangepaste wijze met de strofe:
Onsterf’lijkheid is dat wat ik begeer? Ja. Als mijn verskunst menigeen bekoort, dan leef ik vast in boekenkasten voort, als ik tot stof tenslotte wederkeer.

De overdracht werd o.a. opgeluisterd door Jean Pierre Rawie, dichter en vriend van Driek, die enkele schaakgedichten voordroeg uit hun gezamenlijk geschreven bundel “De match Donner - Luteijn’. Otto Wassenaar, die gedurende 25 jaar het bridgemaatje van Driek was, citeerde uit enkele wijze lessen ‘Hoe speel ik vals met bridge’. Een ludieke en leerzame verhandeling in het studententijdschrift ‘De Nieuwe Clercke’ uit 1976. Tot slot kwam de dichter zelf nog in een toepasselijke video aan het woord.

 Frank de Vries met voorz.
DSCG Harry Runsink

Jean Pierre Rawie
dichter en vriend Driek

Otto Wassenaar
oud bridge partner van Driek

De goede man himself:
Driek van Wissen

Personalia
Door de tijd heen heeft het Denksportcentrum Groningen een aantal gerenommeerde denksporters binnen haar muren actief aan het werk gezien.

Jannes van der Wal

Jannes van der Wal Jannes is geboren op 12 november 1956 in Driesum en overleden op 24 september 1996. Zijn naam is aan het DSCG verbonden. Van der Wal was viermaal individueel Nederlands kampioen, in 1981, 1984, 1985 en 1987 en viermaal individueel Nederlands sneldamkampioen. Hij werd Nederlands kampioen teamwedstrijden in 1976 met Damclub Groningen en in 1982 met Damclub Fivelgo. Op 3 december 1982 werd hij wereldkampioen in São Paulo Naast zijn damprestaties was Jannes van der Wal bij het grote publiek vooral bekend van zijn meestal humoristische televisieoptredens en soms excentrieke optreden, zowel achter het dambord als in het dagelijks leven. Zo miste hij ooit het NK dammen in Utrecht omdat hij in de trein in slaap was gevallen en (naar eigen zeggen) enkele keren tussen Groningen en Zwolle heen en weer was gereden.

Piet Jansen en Jan Westerhof

EGBC was de toonaangevende bridgeclub uit het noorden in de 2e helft van de vorige eeuw en speelde een vooraanstaande rol in de landelijke competitie. In 1987 werden 5 leden van de club EEG-kampioen. De twee prominenste bridgers van EGBC zijn ongetwijfeld Piet Jansen en Jan Westerhof. Zij wonnen met het Nederlands team de Bermuda Bowl (worldcup) in 1993 in Santiago-Chili. In 2011 is EGBC tot veler verdriet opgeheven, gebleven is het EGBC-toernooi dat jaarlijks in het DSCG wordt gespeeld.

Gert Ligterink


Gert Ligterink is geboren op 17 november 1949 in Oldekerk. Gert is een van de belangrijkste schakers die in het DSCG actief is geweest. Hij werd in 1970, 1973 en 1974 kampioen van de Noordelijke Schaakbond en in 1979 schaakkampioen van Nederland. Ligterink is sinds 1977 een internationaal meester (IM). Hij speelde in het Nederlandse team in de Schaakolympiades van 1976 (individuele bronzen medaille), 1978, 1980 and 1982. Daarnaast was hij in 1983 de winnaar in de meestergroep van het Hoogoventoernooi en eindigde in 1984 als eerste in een toernooi in Oxford.